Na de scheiding keerde Anna gebroken en berooid terug naar Saksen. Hier wachtte de dochter van de voormalige keurvorst Moritz geen warm onthaal bij de familie Wettin. Ze werd opgesloten in Slot Dresden in een kamer waarvan de ramen waren dichtgemetseld. Een krankzinnige, ook van adel, moest voor het hof verborgen blijven. In deze afzondering sleet Anna haar laatste levensjaren. Het maakte haar lijdensweg compleet: van een gewilde prinses en belangrijke erfgename tot een verachte echtgenote en moeder, die voornamelijk door het spel van Willem van Oranje alles kwijtraakte: haar geld, haar positie, haar kinderen en haar leven.